Spraaktaalmateriaal vraagt een minimaal bedrag voor de downloads, zonder winstoogmerk of verdienmodel, puur om de kosten te dekken van (het maken van en onderhouden van) de site. Er zit veel tijd en aandacht in al het materiaal. Het wordt heel erg gewaardeerd wanneer u de illustraties en teksten niet zomaar doorgeeft of doorstuurt. U zou andere ouders wél een link naar deze site kunnen sturen.
Oefenen met de klinkers.
Voor welke kinderen?
- is uw kind tussen de 3 en de 6 jaar?
- heeft uw kind moeite met uitspraak?
- hoort uw kind het verschil tussen bepaalde woorden niet?
- is uw kind slechthorend of heeft uw kind vaak oorontstekingen?
- Weet uw kind niet altijd hoe alles heet?
- spreekt u thuis een andere taal en wilt u met uw kind Nederlands oefenen?
- geniet uw kind juist veel van talige spelletjes?
- wilt u samen met uw kind bezig zijn met iets wat leuk, leerzaam en gezellig is?
Welke woorden?
Woorden met a, aa, o, oo, e, ee, i en u.
De download gaat vergezeld van een woordenlijst/tekstdocument
Heeft uw kind al logopedie? Vraag zo nodig advies aan de behandelend logopedist.
Wat kun je doen met een blad? Hieronder vindt u een beschrijving van de spelletjes die mogelijk zijn.
Letters (klanken) ontdekken:
- De download wordt vergezeld van een document met de woorden of teksten
- Klinkers zijn de letters waar je mee kan 'zingen': a, o, e, i, u, aa, oo, ee, uu, au, ou, oe, ei, ie, ij, eu, ui
- Vraag aan de leerkracht welke letters al in de klas aan bod zijn gekomen. Kies dan een blad uit om te oefenen.
- Spreek de letter uit zoals je het zegt, niet 'oo' maar 'o', niet 'kaa' maar 'k', niet 'er' maar 'r'.
- Vertel wat u allemaal op de plaat ziet. U kunt het woordenblad erbij pakken om alle woorden te ontdekken.
- Zeg de woorden niet ‘los’ maar maak er steeds een zinnetje van.
- Vraag dan aan het kind: denk je dat er een woord met de ...(letter)... bij staat? Als het kind zelf al een woord ontdekt met die letter kunt u het kind dat woord laten kleuren.
- Geef aandacht aan de fantasie van uw kind; hou het speels. Het is geen 'les'.
- Laat het kind die letter opschrijven (u schrijft eerst een voorbeeld) of overtrekken (u schrijft dan eerst de letter met potlood). Gebruik dan geen blokletters! U kunt ook een whiteboardje gebruiken, dat schrijft prettig. En foutjes wis je zó weer uit.
- Als het kind niet weet bij welke woorden je die letter hoort kunt u vragen: ‘Hoor je bij kok een o?’ of: ‘hoor je bij dak een o?’. Noem dus niet alleen woorden die die klank WEL hebben.
- Als het nog steeds moeilijk is kunt u er meer nadruk op gaan leggen: ‘Hoor je een o bij sok? Even denken hoor, s.o.o.o k, o, s.o.o.o.k’ (zeg de o dan langzaam).
- Vraag aan de leerkracht op school of zij in de klas de ‘klankgebaren’ gebruiken. Dit zijn ondersteunende gebaren die helpen om de letter beter te ontdekken en te onthouden.
Uitspraak oefenen:
Wanneer uw kind steeds een andere klank gebruikt voor een bepaalde klank (het kind zegt bijvoorbeeld niet u maar o, dit komt bijvoorbeeld vaker voor bij kinderen die lang slechthorend zijn geweest) pakt u het blad waar de woorden staan met die klank (in dit geval –U-)
- U vertelt wat er allemaal op het blad staat.
- U neemt fiches (rozijnen, kleine kaartjes, muntjes o.i.d.). Nu zegt u: ‘ik ga steeds een woord zeggen, maar ik zeg het eerst fout. Als ik het daarna goed zeg mag er een fiche op de plaat. Is dat een bos? Een bos? Nee, dat is een bus. Leg er maar een fiche op’.
- De keer daarna kunt u het blad pakken en de woorden soms goed, soms fout zeggen. Wanneer u het goed zegt mag er een fiche op. Het kind moet dus zelf goed luisteren of het goed of fout gezegd is.
- U kunt proberen of het kind ook één van de woorden goed kan zeggen. Zo kunt u het langzaam opbouwen.